dinsdag 8 november 2016

Charmeren om te maskeren.

Charmeren om te maskeren.

Als mens zijn wij meesters in het verbergen en bedriegen.
Wij hebben vele inperfectheden waar we moeite mee hebben om er mee door het leven te gaan.
Wij proberen ons steeds beter voor te doen dan we zijn, wij proberen ons te meten met het perfecte model en wedijveren met elkaar. Voldoe je niet aan dat ideaal dan hoor je er niet bij. Wie beliegen wij?

Hebben wij een rare neus, dan passen wij een neuscorrectie toe. Ik herinner het mij nog levendig hoe mijn grootmoeder ging slapen met een elastiek rond haar hoofd over haar neus. Ze hoopte dat ze zo de top van haar neus platter kon krijgen.

Dames zijn nooit tevreden over hun borsten. Zijn ze groot dan willen ze die kleiner, zijn ze te klein dan willen ze die groter. Wees getroost dames, ook mannen hebben een probleem met de lengte van hun penis. Hoeveel mannen dromen er niet van een grotere penis te hebben, hoeveel mannen schamen zich niet omdat die van hen te klein is. Precies alsof er een ideale maat zou bestaan.
Na een correctie volgt de volgende frustratie, jeetje, ik krijg een buikje.

Mis je een ledemaat dan ben je blij als er een hulpmiddel is die je helpt door het leven gaan. Ik merk in de revalidatie dat velen niet echt gelukkig zijn met deze hulpmiddelen. Neem nu een vals been, deze doet perfect zijn dienst maar ziet er uit als een stalen constructie.
Het liefst wil men dat hun beperking niet zichtbaar is. Bedrijven specialiseren zich in het vervaardigen van een silicone beenovertrek, precies alsof de beperking plots zou verdwijnen als je deze camoufleert. 

Buiten deze zichtbare inperfectheden hebben wij ook nog onze onzichtbare inperfectheden.
Cognitieve functies kun je geen prothese aanmeten, je kan hun gebreken wel camoufleren.
Mild cognitive impairment of kortweg MCI. 
Ik heb al mijn volledige leven last van MCI. Dit komt meestal voor bij ouderlingen, ik heb er al last van sinds mijn eerste slok moedermelk.
Ik kon moeilijk de leerstof in school verwerken en opslaan in mijn geheugen. Hoe hard ik ook probeerde te studeren, het ging er maar niet in. Namen onthouden waren ook steeds een probleem, ik kon de namen van mijn klasgenoten met moeite onthouden. Tegen het einde van het schooljaar had ik deze eindelijk onthouden. Het schooljaar daarop begon het probleem weer van voren af aan. Liefst had ik dat ze iedereen zouden laten rondlopen met naamplaatjes. Ook nu, als ik naar de vroegere klasfoto's kijk dan kan ik ergens wel de voornamen herinneren, de achternamen die ben ik kwijt. Of ik was te dom, of het zou volgens mij waarschijnlijk een oorzaak zijn door mijn aangeboren hartafwijkingen. Wie zal het mij zeggen? Wat ik wel heb onthouden was dat er velen mij als lui of dom aankeken, het ideale profiel om te pesten. Ik was te lui om te studeren, ik deed geen moeite genoeg, ...
Om dit te verbergen begon ik mij te profileren in waar ik goed in was. Omwegen zoeken om tot het gewenste resultaat te komen. Om mijn erbarmelijke spelling te verbergen zocht ik een andere zinsbouw en vulde deze met andere synoniemen om tot eenzelfde resultaat te komen. Het inventief zijn om mij cognitief met anderen te kunnen meten werd een dagtaak. Ik spendeerde er meer tijd en energie in dan iemand met een middelmaat van geheugen die moest studeren.
Om uit te blinken en mij te onderscheiden zocht ik zaken waar weinig concurrentie in was en waar mijn geheugen minder belangrijk bij was, ik noemde het mijn handige hersenen.

Ik had gevoel voor perfectie, oog voor detail, handig, geduldig, een levendige fantasie, empathie voor anderen, interesse in techniek en wereldse zaken. De perfecte voedingsbodem om je te uiten als kunstenaar waarbij het geheugen niet echt een rol speelt maar het heden wel.
Ik ging kunst gaan studeren, in de hoop daar mijn sterke punten te kunnen uiten zodat ik minder moest studeren. Ik behaalde resultaat en viel op met mijn talenten, de ander schoolvakken trokken deze resultaten naar beneden waardoor ik mij nog harder ging inzetten waar ik goed in was. 
13 vakken waarvan 1 vak turnen was. Daar behaalde ik nul in, wegens mijn aangeboren hartafwijking was dit een verloren vak. 9 vakken waren er om te studeren. Wiskunde, talen, gemie, fysica, ... daar haalde ik telkens met glans mijn buizen in. Met 3 kunstvakken waar ik goed in was tegen 10 vakken die mijn hersenen en lichaam niet aan konden, was dit een ongelijke strijd. Ik dubbelde enkele malen en deze 10 vakken weerhielden mij om verder te groeien en mijn talenten uit te buiten om iets van mijn leven te maken.
Na een ruzie met mijn ouders om mijn schoolse prestaties begon ik te rebelleren en werd punker. Ik begon mij anarchistisch tegenover de school op te stellen. Ik kon mijn ouders en de wereld nooit tevreden stellen en hun verwachtingen nooit inlossen, met 3 tegen 10 kon ik nooit de strijd winnen.
Tijdens die periode had ik nog een gelijklopende strijd. Deze tegen de pesters. Ook dit was een strijd die ik maskeerde met een vlucht en die steeds ongelijk werd beslecht. Ik werd naschools opgewacht, afgetroefd en beschimpt. Ik vluchtte 's avonds de school uit, via het eerste verdiep door het raam over het dak van de fietsenstalling, naar beneden klimmend via de betonnen open muurstenen. Een omweg volgend naar een bushalte een kilometer verderop. Gegarandeerd stond men mij op te wachten aan het dichtstbijzijnde bushokje, spuwen, slaan,  stampen, duwen, boekentas omkeren, bladen uit je schriften trekken en scheuren, ...

Toen kwam de verlossing, mijn moeder kwam met het idee om schoenmaker te worden.
Plots viel er een enorme druk weg. Geen druk op het studeren waar ik niets van bakte, geen pesterijen, alle banden gebroken, een nieuw leven.
Ik kon doen waar ik goed in was en waar ik mijzelf op had getraind al die jaren, handenarbeid in een sector met weinig cognitieve concurrentie. Ik werd super goed in wat ik deed, werd laureaat in mijn job en kreeg zin om andere zaken te studeren. Ik trok naar de avondschool en volgde er vele vakken waar ik kon in uitblinken. Geen remmingen van mijn geheugen, mijn inzicht en handigheid waren mijn handelsmerk.

Cognitief bleef mijn probleem bestaan, zeker met namen, plaatsen, talen, ...
Ik volgde op latere leeftijd volwassen onderwijs om mijn spelling bij te schaven. De auto spelling op de pc was een zegen maar ik wilde meer. De pc is niet altijd aanwezig en ik wil niet uit de boot vallen.
Veel bleef er niet meer over van deze cursus, veel ervan ben ik vergeten en verval ik weer in het oude gebruik. 

Na al die jaren is er ondertussen veel veranderd in mijn leven. Andere job, scheiding, ziekte, ... Wat wel bleef is het cognitieve probleem. Het wordt erger met de Parkinson. Ik kan mij moeilijker concentreren, twee zaken op hetzelfde moment lukken niet meer, teveel afleiding in mijn omgeving zoals geluiden en bewegingen doen mijn geheugen en het registreren en deelnemen ontsporen.
Gelukkig heb ik mij sinds die eerste slok moedermelk kunnen trainen op wat komt. Het gebruiken van mijn charmes om mijn cognitieve inperfectheden te maskeren. 
Ik betrap er mij op dat telkens ik de revalidatie binnenkom, ik niet onmiddellijk of helemaal niet op de namen kan komen van mijn verzorgers en nieuwe vrienden. Mijn kinesist Lien krijgt rode wangen als ik haar charmeer met mijn groet bij het binnenkomen. "Goede middag jonge dame". Ze moest eens weten hoe hard ik moet in mijn geheugen spitten om haar naam te herinneren. Maar ik maak indruk en maskeer zo mijn gebreken. Een oefening van de ergo. Op mijn dossier staat dat ik de oefeningen ken, ze staan er dus niet beschreven. Bij vervanging van de therapeut om wat voor reden ook, komt de vervanger mij vragen welke oefeningen wij doen. Ik weet dat er iets was met een stok waarvan ik de tip moet aanraken om mijn lenden te stretchen, ik weet echter niet meer hoe ik die oefening moet doen. Ook hier charmeer ik met grappen en grollen om dit gebrek te omzeilen door te maskeren. 

Ik heb steeds een enorme bewondering gehad voor mensen met inperfectheden. Zij moeten zich steeds harder inzetten om tot eenzelfde of gelijkwaardig resultaat te komen. Het enige verschil is dat deze enorme inzet niet wordt gewaardeerd. Steeds weer moeten deze mensen de strijd aangaan met de verwachtingen van anderen die nergens moeite voor moeten doen en alles voor normaal aannemen.
Deze hardwerkende prestatiegerichte personen met een beperking zijn de ware helden. Zij bewijzen zich dagelijks tegenover deze die weinig tot geen inzet moeten doen om hun doel te bereiken. Jammer genoeg zijn de beloningen niet prestatie en inzet gericht. De beloningen zijn enkel voor wie zich het dichtst met de perfectie kan meten en er de minste moeite voor moet doen. Het zijn ook deze mensen die het beeld van perfectie hebben geschapen om het zichzelf makkelijker te maken.

Ik probeer mij nog steeds te meten met het perfecte model om te wedijveren met mijn medemens. Ik probeer nog steeds op te vallen om mijn vergetelheid te maskeren. Ik ben bang dat de dag zal komen dat ik vergeet hoe ik mijn cognitieve vergetelheid moet maskeren, zal de wereld mij dan vergeten omdat ik er niet meer uitschiet? Zal ik zoals zovelen wegkwijnen in een verzorgingshuis omdat ik niet meer charmeer?

De Parkinson vernietigd nu ook aan een tergend traag tempo mij sterkste punten, begin ik aan een nieuw charme offensief?